Lutherse Kerk, Noordeinde 4, Delft

Zondag 31 maart 2019, 15.00 uur

Toegang € 10 (€ 7.50 ouderen; € 5 jongeren)

Kaarten zijn uitsluitend aan de kerk verkrijgbaar vanaf 14.30 uur.

 

 

Voor Bach

 

 

 

Johann Bach: User Leben ist ein Schatten

Johann Bernhard Bach: Ouverture nr 3 in e  (instrumentaal)

Johann Sebastian Bach: Lobet den Herrn

Pauze

Johann Sebastian Bach: Komm, Jesu, komm

Dietich Buxtehude:Dein edles Herz (instrumentaal)

Dietich Buxtehude: Fürwahr er trug unsre Krankheit

 

 

 

In de pauze nuttigen wij graag een consumptie met u.

 

Uitvoerenden

 

                                 Sopraan        Wilna Roode, Iris de Vette,
Karen Rensma, Els van de Lisdonk

                                          Alt        Suzan Vermeer, Harriet van Drimmelen, Annike Grotheer, Judith Tegelaers

                              Tenor        Ton Bakker, Arnold Quanjer,
Jan Zijdeveld, Arlan Bovenberg

                                  Bas        Wim Looyestijn, Marius Geervliet,

                                                Allart Pater, Erik Bleichrodt

 

                    Barokviool        Barbara Vermaas, Dita Breebaart

                 Alt/basgamba        Dik Platel, Helma Weijnand

                       Basgamba        Ben Bults

                          Theorbe        Lex Horst

                              Orgel        Freek Langeveld

 

                             Dirigent    Raymond Honing


Toelichting

 

Johann Sebastian Bach vervolmaakte de motetvorm die door de gneraties voor hem ontwikkeld waren. Als voorbeeld nemen wij een motet van Johann Bach (1604-1673), een oud-oom van Johann Sebastiaan. Het motet mein Leben ist ein Schatten wordt gezongen door een zesstemmig koor, met een driestemmig “Fernchor”. 

Van Johann Sebastiaan zingen wij twee motetten, één vierstemmig en één dubbelkorig. In tegenstelling tot de meeste motetten is Lobet den Herrn gebaseerd op een tekst uit de bijbel. Het beval veel melodische imitaties in een fugavorm.

Het motet Komm, Jesu, komm stamt uit zijn eerste jaren in Leipzig, op een tekst dat was gedicht ter gelegenhied van het overlijden van een eerdere rector van de Thomasschule.

De motetten worden afgewisseld door instrumentale intermezzo’s van Johann Berhard Bach, een achterneef van Johann Sebastian, en van Dietrich Buxtehude, die bij Johann Sebastiaan in hoog aanzien stond.

Wij sluiten gezamenlijk af met de cantate Fürwahr, fürwahr van Buxtehude.