Logo_Cambiata_blok_klein

 

2016

 

 


Programma

 

            Marc-Antoine Charpentier

                                    - Prélude, Sarabande, Prélude, Passacaille

                                    - Miserere des Jésuites

                                        P a u z e

                        Jean-Baptiste Lully

                                    - Passacaille in g

              Marc-Richard de Lalande

                                    - De Profundis Clamavi

 

Uitvoerenden

 

                    Sopraan        Wilna Roode, Els van de Lisdonk, Karen Rensma, Suzan Vermeer

                             Alt        Judith Tegelaers, Annike Grotheer, Mart van Uden

                        Tenor        Ton Bakker, Arnold Quanjer, Ed Mos

                            Bas        Wim Looyestijn, Marius Geervliet, Erik Bleichrodt

 

               Barokviool        Barbara Vermaas, Dita Breebaart

Alt viola da gamba          Helma Weijnand, Dik Plattel

Bas viola da gamba Ben Bults

                    Violone        Ellen de Graaff

                         Orgel        Freek Langeveld

 

                    Dirigent        Renske Ligtmans


Toelichting

 

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/5/55/MA_Charpentier_II.gifMarc-Antoine Charpentier (1643-1704) kreeg van huis uit een gedegen opleiding. Op  zijn 18e ging hij rechten studeren, maar na één semester haakte hij al af. Vervolgens vertrok hij naar Rome waar hij muziek studeerde bij Giacomo Carissimi. Hij werkte als maître de musique bij Marie de Lorraine, duchesse de Guise, beter bekend als Mademoiselle de Guise. Mlle de Guise was zeer rijk en had een ruime residentie in Parijs genaamd Hôtel de Guise. Tegenwoordig is hier het Musée des Archives nationales gehuisvest. Mlle de Guise hield er een huiskoor en een instrumentaal ensemble op na. De zangers kregen zangonderricht aan huis. In zijn partituur van het Miserere schreef Charpentier aanwijzingen wie welke stem moest zingen, zijn eigen naam kortte hij daarbij af tot Charp, of hij schreef "moy ici":

 

Stem

Naam zanger

Functie beschrijving

Vandaag gezongen door

Haut-dessus 1

Jacqueline-Geneviève de Brion

femme de chambre ordinairement avec la musique

Wilna

Haut-dessus 2

Antoinette Talon

femme de chambre ordinairement avec la musique

Karen

Dessus

Élisabeth Thorin

femme de chambre

Els en Suzan

Bas-dessus

Marie Guillebault de Grandmaison

fille de musique

Judith en Annike

Haute-contre

Marc-Antoine Charpentier

maître de musique

Mart en Ed

Taille

Henri de Baussen

maître faiseur d'instruments, graveur de musique

Ton en Arnold

Basse 1

Pierre Beaupuis

musicien ordinaire

Wim

Basse 2

Germain Carlier

musicien ordinaire

Erik en Marius

 

 

De motetten die Charpentier schreef voor Mlle de Guise zijn overwegend 6-stemmig, de drie bovenstemmen bezet door vrouwen, de drie onderstemmen bezet door mannen. Het was uitzonderlijk dat Charpentier zangeressen tot zijn beschikking had, meestal werden de hoge stemmen in die tijd door jongenssopranen gezongen.

 

 

 

 

 

 

Na de pauze begint het instrumentaal ensemble met een passacaille van Jean-Baptiste Lully (1632-1687), surintendant de la musique de la chambre du roi onder Louis XIV. Lully was niet alleen componist maar ook danseur en schreef veel balletmuziek. Lully had het monopoly op het componeren van opera's voor de Académie Royale de Musique. De passacaille komt uit de opera Armide, en was oorspronkelijk bedoeld als tussenspel met dans. Lully dirigeerde door met een staf op de grond te stampen. Dit deed hij zo temperamentvol dat hij in zijn eigen voet stak en daardoor stierf aan bloedvergiftiging.

Michel-Richard de Lalande (1657-1726) was in dienst van Louis XIV en Louis XV als sous-maître de la Chapelle gedurende 43 jaar. Hij was vooral beroemd als componist van grands motets, composities voor koor en orkest gebaseerd op psalmteksten of hymnes. Het De profundis is gezongen bij de begrafenis van Louis XIV. De tekst "De profundis" is de opening van de  boetepsalm 130, "uit de diepte". De Lalande heeft het laatste deel, Requiem, bij een latere revisie toegevoegd. Dit is de Introitus van de requiemmis.

 

Het De profundis, "uit de diepte", wordt in het eerste deel uitgebeeld met heel lage donkere akkoorden, het clamavi ad te, "tot u heb ik geroepen", een sterk omhoog gaande lijn eindigend in ijle hoge akkoorden. In het derde deel wordt de vertwijfeling uitgebeeld, “wie kan nog stand houden als al zijn zonden hem worden nagedragen”. Gelukkig komt dan in deel 4 het verlossende woord: "maar bij U is vergeving". In deel 6 wordt heel mooi het ochtendgloren als fris en vitaal neergezet tegen een donkere en trage nacht. Het laatste deel is een zeer mooie polyfone zetting van het Requiem eindigend in een stralend "Et lux perpetua", het eeuwige licht, met zeer virutoos passagespel door de violen.

 

In deel 5 heeft de Lalande een hobo (hautbois) en in deel 7 een traverso (flûte Allemande) voorgeschreven. Vandaag zullen beide aria's op blokfluit gespeeld worden. De blokfluit (flûte-à-bec) behoorde tot de standaardinstrumenten van de Chapelle Royal.

 

Hoewel Charpentier tegenwoordig grote bekendheid geniet als het gaat om Franse koormuziek uit de barok, was De Lalande in zijn tijd veel beroemder. Zijn stukken werden vaak gespeeld, onder andere in de Concert Spirituel, de eerste serie openbare concerten.

 

Renske Ligtmans