Musica Antiqua Delft

o.l.v. Karel Smagge

ORLANDO di  LASSO

Lagrime di San Pietro

 

 

 

Waalse Kerk te Delft

Oude Delft 179-181 (doorgang naar Prinsenhof)

zondag 21 maart 2010, 15.00 uur

 

 

                 Uitvoerenden

 

Sopraan          Wilna Roode, Suzan Vermeer,

                        Renske Ligtmans, Iris de Vette

Alt                   Tonnie Sedee, Judith Tegelaers

Tenor              Ed Mos, Maarten Surtel,

                        Arnold Quanjer, Pieter Grimberg

Bas                  Wim Looyestijn, Wim Sedee,

                        Erik Bleichrodt, Marius Geervliet

 

Toelichting

Orlando di Lasso (1532-1594) is afkomstig uit Mons (Bergen): zijn naam is daarvan indirect ook afgeleid: “de la sus”, ofwel “van daarginds boven”. Al snel wordt zijn talent internationaal erkend. Hij studeerde dan ook al vanaf zijn 12e in Italië en werkte in Napels, Palermo, Milaan en Rome. Na korte tijd naar Engeland verblijft hij enige tijd in Antwerpen, waar hij zijn eerste werken publiceert. In 1556 wordt hij geëngageerd voor de hofkapel in München, waar hij de rest van zijn leven doorbrengt. In relatief korte tijd weet hij de hofkapel niet alleen muzikaal, maar ook qua grootte tot een van de belangrijkste in Europa te maken. De kapel bestaat op het hoogtepunt van zijn bestaan uit zo’n 80 musici: zangers en instrumentalisten die zinken, trombones, pommers, blok- en dwarsfluiten, violen, violen da gamba, luiten, toetsinstrumenten, dulcianen en nog veel meer bespeelden. Zelf bespeelt hij als dirigent het virginaal, zoals we op een geïllumineerde prent van de hofschilder Hans Mielich kunnen zien. Op een andere van dezelfde hofschilder zien we hem als dirigent van een groep zangers die a cappella zingen. In München componeert hij het grootste deel van zijn enorme oeuvre, dat niet alleen enorm is qua hoeveelheid werken, maar ook in kwaliteit. In München wordt hij zo gewaardeerd dat hij in de adelstand wordt verheven. Zijn financiële situatie is dan ook nog eens uiterst rooskleurig. Ondanks een gelukkig huwelijk en enkele zonen die overigens ook getalenteerde musici waren, wordt hij in zijn laatste jaren door zware depressies geplaagd.

De “Lagrime di San Pietro” zijn de zwanenzang van Orlando di Lasso, het laatst gepubliceerde werk tijdens zijn leven. Deze motetten heeft Orlando di Lasso gecomponeerd als een groot monodrama van geestelijke madrigalen. Het is een indrukwekkend monument van 21 zevenstemmige madrigalen, waarin hij alle in zijn tijd gebruikelijke technieken verenigt: zowel polyfonie als monodie, dialogen in de meerkorigheid, chromatiek, madrigalismen en retoriek. Bovendien komt in dit grootse werk de depressies van de oudere Lassus naar voren. Het thema van dit werk zijn de tranen van Petrus, een thema dat later ook door Vondel is bewerkt. Het werk is theatraal en groots van opzet. De tekst wordt uiterst expressief getoonzet en hier blijkt het meesterschap van di Lasso: 21 grote geestelijke madrigalen, die ondanks de omvang van de eerste tot de laatste maat blijven boeien door de opgeroepen spanning en grote uitdrukkingskracht.

De dichter Luigi Tonsillo (1510-1586) gebruikte vroeg-barokke stijlkenmerken in zijn gedichten. Hij verwierf bekendheid doordat hij in de gedichtencyclus “Il Vendemmiatore”, een herdersscène uit 1532, obsceniteiten niet schuwde. De 42-delige gedichtencyclus “Lagrime di San Pietro” werd voor het eerst in 1585 gepubliceerd als tekst van de geestelijke madrigalencyclus van Orlando di Lasso. Di Lasso gebruikte er 20 coupletten van, en voegde er een laatste deel op Latijnse tekst aan toe.