Musica Antiqua Delft
o.l.v. Karel
Smagge
Padbrué : de Kruisbergh (tekst Vondel)
Schütz : Musikalische Exequien
Zondag 17 februari 2008
aanvang 15:00 uur Bonifatiuskerk,
v Vredenburgweg, Rijswijk
Zaterdag 23 februari 2008
aanvang 20:00 uur Waalse Kerk (Prinsenhof), Delft
Zondag 2 maart 2008 aanvang 15:00 uur Kapel Domincanenklooster,
Huissen
Uitvoerenden
Sopraan Wilna Roode, Iris
de Vette, Ineke Baksteen
Alt Suzan Vermeer, Judith Tegelaers,
Harriet Schröder
Tenor Maarten Surtel, Ed
Mos, Arnold Quanjer
Bas Wim Looyestijn, Marius Geervliet, Erik
Bleichrodt
Gamba Ben Bults
Orgel Renske Ligtmans
Dirigent Karel Smagge
Programma
Manuel
Cardoso Turbae quae praecedebant
Estêvão
Morago Pange lingua
Corn. Tzn
Padbrué De Kruisbergh
Pauze
Heinrich
Schütz Musikalische Exequien
Toelichting
Manuel Cardoso (1566-1650), geboren in Fronteira en gestorven in Lissabon,
studeerde in Evora, dat toendertijd een van de belangrijkste centra van het
Portugese muziekleven was. Na zijn studie was hij kapelmeester aan de
kathedraal in Evora, maar toen hij in de orde der Carmelieten intrad, werd hij
kapelmeester in het klooster in Lissabon. Zijn motetten, missen en Magnificat
zijn tamelijk streng in de stijl van Giovanni Pierluigi da Palestrina
gecomponeerd, zo ook het motet Turbae quae praecedebant, dat voor
Palmzondag is geschreven.
Estèvão Lopes Morago (fl. 1597-1628) was geboren
in Vallescas bij Madrid, maar hij studeerde net als Cardoso in Evora en werd daarna
kapelmeester van de kathedraal van Viseu in Portugal. De meeste van zijn werken
zijn bij de grote aardbeving van Lissabon in 1755 verloren gegaan. Het motet Pange
lingua wordt traditioneel uitgevoerd op Witte Donderdag.
Cornelis Thymenszn. Padbrué (c. 1592-1670),
geboren en gestorven te Haarlem, waar hij ook zijn hele leven doorbracht, kwam
uit een muzikale familie. Zijn oom David werkte als luitist in Leiden. In 1610
werden Cornelis en zijn broer benoemd tot stadsmuzikanten. Zij speelden beiden de
schalmei. Daarnaast gaf Cornelis clavecimbelles aan de blinden in de parochie
van de gereformeerde kerk. Hij moet een ruziemaker zijn geweest, want hij werd
daardoor in 1635 ontslagen. Zijn composities werden na deze datum uitgegeven,
maar het is niet duidelijk of hij nog ergens in een dienstbetrekking werkzaam
is geweest. Zijn belangrijkste werken zijn de Kusjes, Nederlandstalige
madrigalen op het thema van de kus en twee boeken met geestelijke
Nederlandstalige motetten, de Kruisbergh en De tranen Petri ende Pauli, dat
slechts incompleet is overgeleverd. Hoewel De Kruisbergh
voor die tijd wel enigszins ouderwets is, is het technisch wel knap
geconcipiëerd, met canons en meerkorigheid, en meer beschrijvend dan expressief
van karakter. De tekst is van de hand van Joost van den Vondel en dat maakt het
werk nog extra interessant. De serie motetten is, niet verrassend, gemaakt voor
Goede Vrijdag.
Heinrich Schütz (1585-1672), geboren in Bad Köstritz bij Gera, was als
jongenssopraan al in dienst van de landgraaf van Hesse te Kassel, en kreeg van
deze graaf de gelegenheid om van 1609 tot 1612 bij Giovanni Gabrieli in Venetië
te studeren. Bij zijn terugkomst werd hij organist aan het hof te Kassel. In
1617 werd hij kapelmeester aan het hof van Dresden. In 1628 kreeg hij verlof om
nogmaals naar Venetië te gaan, en nu om bij Monteverdi te studeren. Daarna
bezocht hij ook nog het hof van Kopenhagen. Door de 30-jarige oorlog
(1618-1648) had het hof van Dresden financiële problemen, waardoor Schütz zich
gedwongen zag van hof naar hof te reizen. Hij heeft maar weinig wereldlijke
muziek gecomponeerd, waarvan zijn enige opera, Dafne, helaas verloren is
gegaan. Schütz heeft zijn muziek vooral in een Duitse variant van de
Venetiaanse stijl van zijn leraren gemaakt. De Musikalische Exequien SWV
279, gecomponeerd voor de begrafenis van prins Heinrich Posthumus von Reuss,
zijn voor zangers met een begeleiding van slechts basso continuo. Het werk
heeft de vorm van een Lutherse rouwmis; polyfonie en homofonie en ook
meerkorigheid wisselen elkaar af. De Exequien zijn overigens zeer geschikt om
op Goede Vrijdag te worden uitgevoerd.
Heinrich Schütz dirigeert zijn Capella